Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 14 september 2021 een arrest gewezen over de huurkorting tijdens de lockdownperiodes. Hierin staat de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) centraal. Deze vorm van overheidssteun is bedoeld voor ondernemers die als gevolg van omzetverlies moeite hebben om de vaste lasten te betalen. Onder vaste lasten worden bijvoorbeeld huur, onderhoud, verzekeringen en abonnementen verstaan.
In eerdere uitspraken over dit onderwerp beschouwden rechters de TVL als deel van de omzet van de huurder. Zo werd ook in dit geval in eerste aanleg door de rechtbank Amsterdam de TVL bij de berekening van de huurprijsvermindering als deel van de omzet gezien. De huurprijsvermindering werd bepaald aan de hand van de omzetdaling van de huurder. De omzetdaling werd vervolgens berekend door de huidige omzet te vermeerderen met de TVL en dit te vergelijken met de omzet uit 2019.
Het Gerechtshof heeft een andere benadering. Er is volgens het Gerechtshof geen recht op huurkorting als vaste lasten volledig gedekt worden door de TVL. De eventuele omzetdaling speelt dan geen rol. Alleen als er een gedeelte van huur is dat niet gedekt wordt door de TVL, dan is een huurkorting aan de orde. Volgens het Gerechtshof moet dan in de berekening van de huurkorting worden meegenomen het aandeel van de huurlasten in de totale lasten en de omzetdaling van de huurder. Van de uitkomst daarvan wordt 50% genomen, teneinde de korting vast te stellen.
Deze nieuwe benadering van het Gerechtshof Amsterdam lijkt beter aan te sluiten bij de daadwerkelijke financiële situatie van de huurder als gevolg van alle coronamaatregelen. Of dit de definitieve uitkomst is van de discussie over de “corona-huurkorting” is echter nog ongewis.
Omdat niet helder is hoe de schade van de coronamaatregelen moet worden verdeeld tussen huurders en verhuurders en er landelijk veel rechtszaken over dit onderwerp lopen, heeft de kantonrechter Limburg prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad. In die procedure is onder andere de vraag voorgelegd of een huurder als gevolg van de coronamaatregelen überhaupt aanspraak kan maken op huurkorting (vanwege het bestaan van een gebrek of op grond van onvoorziene omstandigheden) en zo ja, hoe deze dan berekend moet worden.
Het is dus nu aan de Hoge Raad om de definitieve lijn uit te zetten.
De gehele uitspraak van het gerechtshof Amsterdam is hier te vinden: ECLI:NL:GHAMS:2021:2728, Gerechtshof Amsterdam, 200.290.265 (rechtspraak.nl)