Wat zijn de gevolgen hiervan voor woningcorporaties en de woningbouw in Nederland?
Het hangt al jaren in de lucht en het is dan ook niet de eerste keer dat we schrijven over een eventuele aanbestedingsplicht voor woningcorporaties. Op 7 december 2017 besloot de Europese Commissie om een inbreukprocedure tegen Nederland te starten betreffende deze aanbestedingsplicht voor woningcorporaties. Ruim een jaar later besloot de Europese Commissie de Nederlandse overheid een aanvullende aanmaningsbrief te sturen.
Nu volgt de Europese Commissie deze aanmaning op met een zogeheten ‘met redenen omkleed advies’ (een laatste sommatie voor het starten van een gerechtelijke procedure). Het is duidelijk dat de Europese Commissie het er niet bij wil laten zitten. Moeten corporaties nu dan echt rekening gaan houden met de dreigende aanbestedingsplicht? En zo ja, wat zijn dan de gevolgen voor corporaties en de woningbouw in Nederland?
Achterliggende reden inbreukprocedure
De achterliggende reden voor de sommatie is dat de Europese Commissie van mening is dat Nederland zich niet aan Europese aanbestedingsregels houdt, omdat Nederland woningcorporaties niet aanmerkt als aanbestedende diensten onder de EU-aanbestedingsrichtlijnen. De Europese Commissie meent dat woningcorporaties onder dermate intensief toezicht van de Nederlandse overheid staan, dat zij kwalificeren als ‘publiekrechtelijke instellingen’ in de zin van de EU-aanbestedingsrichtlijnen.
De Nederlandse overheid meent echter dat woningcorporaties geen publiekrechtelijke instellingen zijn. De Nederlandse overheid stelt dat woningcorporaties niet onder intensief toezicht staan, omdat de woningcorporaties (grote) vrijheid toekomt in onder meer het inkopen van leveringen en diensten en het opdragen van werken.
Wat zijn nu de vervolgstappen?
De Europese Commissie heeft de Nederlandse overheid twee maanden de tijd gegeven om de nodige maatregelen te nemen om aan haar Europese aanbestedingsrechtelijke verplichtingen te voldoen. Doet Nederland dit niet of niet voldoende, dan zal de Europese Commissie de zaak voorleggen aan het Europees Hof van Justitie. Het Europese Hof van Justitie zal in die zaak vermoedelijk meer duidelijkheid verschaffen omtrent het begrip van de ‘publiekrechtelijke instelling’ en meer specifiek de vereisten waar het overheidstoezicht op dergelijke instellingen aan moet voldoen, wil zij kwalificeren als ‘publiekrechtelijke instelling’.
Wat zijn de (mogelijke) gevolgen voor woningcorporaties?
Als het Europese Hof van Justitie oordeelt dat corporaties publiekrechtelijke instellingen zijn, heeft dit grote gevolgen. Woningcorporaties en hun opdrachtnemers lopen dan namelijk het risico dat derden, indien een opdracht ten onrechte zonder aanbesteding blijkt te zijn gegund, vernietiging van die opdracht of schadevergoeding kunnen vorderen.
Ter beperking van de risico’s is het in ieder geval aan te bevelen dat een woningcorporatie in door haar te sluiten overeenkomsten de mogelijkheid opneemt om deze kosteloos te kunnen beëindigen wanneer de woningcorporatie (in rechte) wordt aangemerkt als aanbestedende dienst. Bovendien verdient het aanbeveling om als corporatie in het eigen aanbestedingsbeleid rekening te houden met de Europese aanbestedingsbeginselen.
Opdrachtnemers van corporaties hebben op hun beurt belang bij een bepaling in hun overeenkomst op grond waarvan zij recht hebben op schadevergoeding bij een dergelijke tussentijdse beëindiging van de overeenkomst.
En wat zijn de consequenties voor de woningbouw in Nederland?
Als er een aanbestedingsplicht voor woningcorporaties zal gaan gelden, zal dit, gelet op de in het aanbestedingsrecht geldende procedurele (minimum)termijnen en de termijnen voor de rechtsbescherming ten aanzien van de selectie- en gunningsbeslissingen, naar verwachting een (verdere) vertraging betekenen voor de (sociale) woningbouw in Nederland.
Wilt u meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met Elisabeth Sneeuw of Patricia Kleijn.