Wet Franchise: de juiste formule?

Aangemaakt: 25 maart 2019

Wet Franchise: de juiste formule?

Te rooskleurige prognoses, afgebroken onderhandelingen en conflicten over vergoedingen. De afgelopen maanden kwamen onder meer Hema, Albert Heijn en Subway in het nieuws nadat er een geschil ontstond tussen franchisegever en franchisenemers. De nieuwe Wet Franchise zou deze “onredelijke en onwenselijke situaties” binnen franchiseverhoudingen moeten voorkomen.

In het regeerakkoord 2017 – 2021 is, naar aanleiding van het mislukken van het wettelijk verankeren van de Nederlandse Franchise Code, de nieuwe wet al aangekondigd: “Er komt aanvullende wetgeving op het gebied van franchise om de positie van franchisenemers in de pre-competitieve fase te versterken.” De kwesties die het wetsvoorstel volgens het Ministerie van Economische Zaken zou moeten regelen, zijn onder meer de ongelijke posities van franchisegever en franchisenemer, het verschil in verwachtingen van partijen en de ondersteuning en begeleiding van de franchisenemer door de franchisegever.

Het voorstel voor de Wet Franchise
Het uitgangspunt van het wetsvoorstel is dat partijen zich gedragen als ‘goed franchisegever’ en ‘goed franchisenemer’. Dit geldt voor zowel de periode voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst alsook tijdens de uitvoering van de overeenkomst. Van de franchisegever wordt verwacht dat hij de individuele belangen van de franchisenemer meeneemt in zijn besluitvorming. De franchisenemer dient ook mee te denken in het belang van de franchiseketen.

Informatieverstrekking
In het wetsvoorstel is veel aandacht voor de informatieverstrekking voorafgaand aan en tijdens de looptijd van de franchiseovereenkomst. De partijen bij de franchiseovereenkomst dienen elkaar tijdig alle informatie te verstrekken die voor de ander van belang kan zijn. Voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst dient de franchisegever in ieder geval financiële gegevens met betrekking tot de beoogde locatie van de franchiseonderneming en het ontwerp van de franchiseovereenkomst, inclusief eventuele handboeken, aan de franchisenemer te verstrekken.

Bedenktijd
Ter bescherming van de franchisenemer is in het wetsvoorstel een bedenktijd opgenomen van vier weken tussen het moment van ontvangst van alle relevante informatie en het sluiten van de franchiseovereenkomst. Tijdens deze termijn mag de concept franchiseovereenkomst niet worden gewijzigd ten nadele van de franchisenemer.

De Franchiseovereenkomst
Het wetsvoorstel regelt een aantal zaken met betrekking tot de inhoud van de franchiseovereenkomst. Zo is het opnemen van een afnameverplichting slechts geldig als de voorwaarden van deze verplichting in het handelsverkeer gebruikelijk zijn. Daarnaast mag een non-concurrentiebeding de duur van één jaar na het einde van de franchiseovereenkomst niet overschrijden en mag de geografische reikwijdte van het beding niet ruimer zijn dan het gebied waarbinnen de franchisenemer de franchiseformule op grond van de franchiseovereenkomst mocht exploiteren. Tot slot is in het wetsvoorstel de verplichting opgenomen om in de franchiseovereenkomst te voorzien in een vergoedingsregeling van opgebouwde goodwill.

Instemming bij wijziging van de franchiseformule
Ter bescherming van de belangen van de franchisenemer heeft de franchisegever bij het doorvoeren van wijzigingen in de franchiseformule, die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor de franchisenemer, voorafgaande instemming nodig van de franchisenemer. Dit zou, volgens de ontwerp toelichting bij de Wet Franchise, bijvoorbeeld het geval kunnen zijn wanneer de franchisegever wenst over te gaan op een nieuwe huisstijl en dit wezenlijke investeringen van de franchisenemer zou vergen.

Hoe is het wetsvoorstel ontvangen?
Hoewel er ook positieve geluiden klinken, is er ook forse kritiek op het wetsvoorstel. Kritiek is er bijvoorbeeld op het inperken van de contractsvrijheid van partijen. Daarnaast zouden franchisegevers door het beperken van de eenzijdige wijzigingsbevoegdheden worden beperkt in hun mogelijkheden om effectief te kunnen innoveren. Verder zou er in het wetsvoorstel onvoldoende rekening worden gehouden met de verschillen die er bestaan tussen diverse franchisevormen en franchising in verschillende branches. Voorstanders zijn van mening dat met het wetsvoorstel de juiste balans tussen de positie van franchisegever en die van die franchisenemers wordt bereikt. Verder wordt volgens voorstanders het belang van juiste en volledige informatieverstrekking door de franchisegever voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst in het wetsvoorstel gewaarborgd.

De consultatieperiode van het wetsvoorstel is inmiddels verstreken. Het Ministerie van Economische Zaken zal aan de hand van de reacties uit de consultatieronde beoordelen of het wetsvoorstel wordt aangepast.


25-3-2019

Betrokken(en)

Laatste updates