In 2023 zijn door de Hoge Raad twee belangrijke arresten gewezen over het aanzeggen van verval van vakantiedagen en over het afschrijven van vakantiedagen als een werknemer ziek is. In deze blog bespreken wij aan de hand van deze arresten wat werkgevers in 2024 kunnen doen om verlofsaldi op orde te houden en verlofstuwmeren tegen te gaan.
De aanzegplicht en verval van vakantiedagen
Het Hof van Justitie heeft in 2018 geoordeeld dat een werkgever de werknemer daadwerkelijk in staat moet stellen zijn vakantiedagen op te nemen en hem zo nodig moet aansporen om vakantie te nemen. Daarbij moet de werkgever de werknemer tijdig en precies informeren dat de vakantiedagen komen te vervallen wanneer de werknemer deze niet op tijd opneemt. Dit wordt ook wel de aanzegplicht genoemd.
Wanneer de werkgever niet aan zijn aanzegplicht voldoet, vervallen de vakantiedagen niet en behoudt de werknemer dus recht op die vakantiedagen en kan hij ook aanspraak maken op uitbetaling ervan als hij uit dienst gaat. Later oordeelde het Hof van Justitie nog dat het verstrijken van de verjaringstermijn, die in het voorliggende geval drie jaar bedroeg, hier niet aan in de weg staat.
In een arrest van de Hoge Raad van juni 2023 wordt bevestigd dat het erg duur kan uitvallen wanneer de werkgever het verval van vakantiedagen niet (juist) heeft aangezegd. In de zaak die voorlag had het Hof geoordeeld dat een werkgever een ex-werknemer ruim 62.000 euro moest betalen aan sinds 2012 openstaande vakantiedagen. Daarbij kwam ook nog 10% wettelijke verhoging en wettelijke rente. Het Hof had daartoe overwogen dat niet was gebleken dat de werkgever aan de aanzegverplichting had voldaan en dat de wettelijke vakantiedagen daarom niet waren vervallen of verjaard.
De Hoge Raad hield de uitspraak van het Hof in stand. De werkgever had in cassatie aangevoerd dat de wettelijke vakantiedagen wél waren verjaard. Daar ging de Hoge Raad echter niet in mee. De Hoge Raad overwoog dat wat het Hof van Justitie had geoordeeld ten aanzien van een verjaringstermijn van drie jaar, ook geldt voor de Nederlandse verjaringstermijn van vijf jaar: als niet aan de aanzegverplichting is voldaan, verjaren de vakantiedagen niet.
Vakantie-opname van zieke werknemers
Meer recentelijk liet de Hoge Raad zich uit over het afschrijven van vakantiedagen tijdens ziekte. Hierover is in art. 7:638 lid 8 BW kortgezegd bepaald dat indien een werknemer ziek is tijdens vakantie, de vakantiedagen niet mogen worden afgeboekt, tenzij i) de werknemer daar mee instemt of ii) in een schriftelijke overeenkomst is bepaald dat dagen waarop de werknemer tijdens een vakantie ziek is, toch kunnen worden afgeboekt van het vakantiesaldo.
De Hoge Raad oordeelde in zijn arrest van november 2023 dat dit ook van toepassing is in het geval dat een werknemer die na de vaststelling van een vakantie ziek is geworden ondanks zijn ziekte op vakantie gaat. De werkgever mag dan in beginsel dus geen vakantiedagen afboeken.
De instemming van de werknemer om toch vakantiedagen af te boeken (uitzondering i) moet volgens de Hoge Raad ‘uitdrukkelijk en gericht’ zijn. Het is daarvoor niet voldoende dat de werknemer die ziek is geworden nadat zijn vakantie is vastgesteld aan de bedrijfsarts, zijn leidinggevende of de werkgever kenbaar maakt dat hij alsnog met vakantie wil gaan.
Ten aanzien van afwijking bij schriftelijke overeenkomst (uitzondering ii) overwoog de Hoge Raad dat dit ook door middel van een cao kan.