Sinds 1 januari 2015 zijn de meeste medisch specialisten in Nederlandse ziekenhuizen georganiseerd in een nieuw samenwerkingsverband, het Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB). Mag een vrijgevestigd medisch specialist die deelneemt aan een MSB daarna in loondienst treden van een ziekenhuis in dezelfde regio terwijl hij zich heeft verbonden aan een non-concurrentiebeding? Deze vraag stond centraal in een zaak bij de rechtbank Limburg (ECLI:NL:RBLIM:2019:7456). De rechtbank doet een belangrijke uitspraak over de geldigheid van non-concurrentiebedingen van ondersteunende medisch specialisten. Daarnaast is de uitspraak van belang voor de uitleg van de ledenovereenkomsten van MSB’s.
Feiten
Een radioloog was achtereenvolgens werkzaam geweest als arts in opleiding, als lid van de maatschap radiologie van het Atrium Ziekenhuis en – na de fusie met het Orbis Ziekenhuis - als lid van de maatschap in het Zuyderland Ziekenhuis. Met ingang van 1 januari 2015 organiseerden de medisch specialisten zich vanwege fiscale redenen (met hun praktijkvennootschappen) in het Coöperatief MSB Atrium-Orbis u.a. De leden van het MSB ondertekenden in dat kader een ledenovereenkomst waarin een onduidelijk non-concurrentiebeding was opgenomen.
Dit non-concurrentiebeding verbiedt het de medisch specialisten om na opzegging van de ledenovereenkomst gedurende een periode van twee jaar direct of indirect te “participeren in een zorgaanbod buiten de onderneming van het MSB" als dat "concurreert met de overgedragen Opdracht”. Daarbij is bepaald dat van concurrentie in elk geval sprake is indien de participatie plaatsvindt binnen een straal van 30 kilometer van het ziekenhuis. Verder is bepaald dat de medisch specialist niet mag werven onder patiënten van het ziekenhuis. Bij overtreding van deze bepaling verliest de medisch specialist zijn aanspraak op goodwill.
Het MSB heeft het lidmaatschap van de radioloog per 12 april 2018 opgezegd. In april 2019 vraagt de radioloog aan het MSB toestemming om in dienst te treden als radioloog in loondienst van het Laurentiusziekenhuis te Roermond, binnen de straal van het non-concurrentiebeding. Het MSB wil de radioloog aan het non-concurrentiebeding houden waarna zij een kort geding start om uit het beding ontheven te worden.
Ondersteunend specialist concurreert niet
De rechter bepaalt dat de radioloog in loondienst mag treden en niet wordt gehinderd door het non-concurrentiebeding ook al is sprake van concurrentie tussen de ziekenhuizen in de regio. Daarbij is van belang dat het beding onduidelijk is en daarin niet uitdrukkelijk is bepaald dat het ook is verboden om elders in loondienst te treden. Van belang is verder dat de radioloog een ondersteunend specialisme vervult. De radioloog heeft volgens de rechter daarom geen eigen patiënten die hij kan “meenemen”. Deze uitspraak is in lijn met een uitspraak van de rechtbank Overijssel over twee anesthesiologen waarbij eveneens werd geoordeeld dat zij als ondersteunend specialist geen concurrentie vormden voor het MSB of de zorginstelling (zie ECLI:NL:RBOVE:2018:5014).
Uitleg concurrentiebeding conform cao-norm
De uitspraak is verder interessant omdat de rechter duidelijk maakt hoe je onduidelijke bepalingen uit een ledenovereenkomst moet interpreteren. De rechter bepaalt dat daarbij de zogenaamde CAO-norm leidend is. De ledenovereenkomst moet objectief worden uitgelegd, waarbij de tekst en andere objectieve factoren richting geven. Van belang daarbij is dat sprake is van een landelijk standaardcontract en er geen individuele onderhandelingsruimte is geweest. De partijbedoelingen en verwachtingen van partijen bij de overeenkomst zijn minder van belang bij de interpretatie.
Het belang van deze uitspraak voor de praktijk
Deze uitspraak bevat twee interessante gezichtspunten voor de zorgsector.
1. Vrijgevestigde ondersteunende specialisten kunnen moeilijk gebonden worden aan non-concurrentiebepalingen. Ondersteunende specialisten in dienstverband zullen mogelijk ook een beroep op deze uitspraak kunnen doen als in hun arbeidsovereenkomst een non-concurrentiebeding staat.
2. Onduidelijke bepalingen in standaardcontracten zoals de ledenovereenkomst moeten op objectieve wijze worden uitgelegd. Nu deze standaardcontracten eind 2014 in allerijl zijn afgesloten en veel onduidelijke bepalingen bevatten is dit inzicht bij geschillen in de medisch specialistische zorg van groot belang.
7-10-2019