Het wetsvoorstel tot aanpassing van de geschillenregeling

Aangemaakt: 28 februari 2024

Het wetsvoorstel tot aanpassing van de geschillenregeling

De huidige geschillenregeling vormt in ons rechtsstelsel een ondergeschoven kindje. De regeling, die een verzamelnaam is voor onder meer de uitstotings- en uittredingsprocedure, ziet op het beëindigen van geschillen tussen aandeelhouders met behulp van een door de rechter bevolen overdracht van aandelen. De geschillenregeling zou echter te langzaam werken en de drempel voor toewijzing is te hoog. Hierdoor is meer over de geschillenregeling geschreven dan dat er jurisprudentie over gepubliceerd is. Hoog tijd dus voor een herziening van de geschillenregeling. Op dit moment ligt een wetsvoorstel tot herziening van de geschillenregeling en verduidelijking van de ontvankelijkheidseisen van de enquêteprocedure bij de Tweede Kamer. Deze blog geeft een overzicht van de belangrijkste voorgestelde wetswijzigingen met betrekking tot de geschillenregeling. 

Procedurele wijzigingen van de geschillenregeling
De geschillenregeling wordt op dit moment gestart door het uitbrengen van een dagvaarding bij de rechtbank. Vanwege lange doorlooptijden bij de rechtbank is het een langslepende procedure. Aandeelhouders die gebruik zouden kunnen maken van de geschillenregeling, kiezen er daarom vaak voor om in plaats daarvan gebruik te maken van de enquêteprocedure bij de Ondernemingskamer te Amsterdam. De voordelen van de enquêteprocedure zijn de snelheid van de procedure en de mogelijkheid om voorlopige voorzieningen te verzoeken, zoals een tijdelijke overdracht van aandelen ten titel van beheer. 

Het wetsvoorstel beoogt van de geschillenregeling een verzoekschriftprocedure te maken. De bevoegde rechter in eerste aanleg wordt dan de Ondernemingskamer te Amsterdam, net als bij de enquêteprocedure. Enkele voordelen van deze voorgestelde wijziging zijn: 

  • Oproepingsperikelen worden opgelost, doordat de Ondernemingskamer zorgt voor oproeping van belanghebbenden; 
  • De doorlooptijd verbetert; en
  • Voeging met een enquêteprocedure wordt gemakkelijker, doordat het beide verzoekschriftprocedures zijn bij de Ondernemingskamer. 

Bijkomend gevolg van deze voorgestelde wijziging is dat er één rechterlijke instantie minder beschikbaar komt voor partijen. Waar nu kan worden geprocedeerd in eerste aanleg, hoger beroep en cassatie, is na de gang naar de Ondernemingskamer alleen nog cassatie mogelijk. 

Ook inhoudelijk zal het een en ander wijzingen aan de uitstotings- en uittredingsprocedures.

Wijzigingen in de uitstotingsprocedure 
Met de uitstotingsprocedure kunnen houders van minimaal 1/3e van de aandelen in het geplaatste kapitaal van de vennootschap in rechte vorderen dat een andere aandeelhouder zijn aandelen overdraagt. Voorwaarde is dat deze laatste aandeelhouder door zijn gedragingen het belang van de vennootschap zodanig schaadt of heeft geschaad, dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet kan worden geduld. Het probleem van de huidige uitstotingsprocedure is dat bij de beoordeling of aan deze voorwaarde is voldaan, enkel wordt gekeken naar gedragingen in hoedanigheid van aandeelhouder (het “hoedanigheidsvereiste”). Hierdoor kunnen gedragingen van een aandeelhouder die tevens optreedt als concurrent van de vennootschap, of gedragingen die de aandeelhouder als bestuurder heeft verricht, niet in de beoordeling worden meegewogen. 

Het gedrag van de medeaandeelhouder(s) behoeft – in tegenstelling tot de huidige uitstotingsprocedure - niet gepleegd te zijn in hoedanigheid van aandeelhouder

In het wetsvoorstel wordt dit hoedanigheidsvereiste geschrapt. Hierdoor kunnen alle omstandigheden van het geval meewegen bij beoordeling of sprake is van een situatie waarin “de aandeelhouder door zijn gedragingen het belang van de vennootschap zodanig schaadt of heeft geschaad, dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet kan worden geduld”. De verwachting is daarom dat het verzoek om uitstoting in meer gevallen zal worden toegewezen. 

Wijzigingen in de uittredingsprocedure
Ook de uittredingsprocedure zal lichtelijk wijzigen. De uittredingsprocedure vormt in bepaald opzicht het spiegelbeeld van de uitstotingsprocedure; met de uittredingsprocedure kan een aandeelhouder vorderen dat zijn medeaandeelhouders zijn aandelen overnemen. Voorwaarde is dat deze aandeelhouder door gedragingen van één of meer medeaandeelhouders zodanig in zijn rechten of belangen is geschaad dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet meer van hem kan worden gevergd. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de situatie dat een meerderheidsaandeelhouder een voor de minderheidsaandeelhouder zeer ongunstig dividendbeleid voert. Het gedrag van de medeaandeelhouder(s) behoeft – in tegenstelling tot de huidige uitstotingsprocedure - niet gepleegd te zijn in hoedanigheid van aandeelhouder.

Het wetsvoorstel beoogt geen inhoudelijke wijziging toe te brengen aan de uittredingsprocedure, maar wel een procedurele. Het wetsvoorstel beoogt de uittredingsprocedure namelijk ook toegankelijk te maken voor certificaathouders met vergaderrecht (bij de BV) en voor bewilligde certificaathouders (bij de besloten NV). Dit verruimt het toepassingsbereik van de uittredingsprocedure.

Hoe nu verder?
Het wetsvoorstel is in november 2023 bij de Tweede Kamer ingediend. Op 15 februari 2024 heeft de commissie voor Justitie en Veiligheid van de Tweede Kamer inbreng gegeven op het wetsvoorstel. Onder voorbehoud dat de ingebrachte vragen en opmerkingen voldoende worden beantwoord, kan het wetsvoorstel worden behandeld in de Tweede Kamer. In deze fase is het nog mogelijk dat het wetsvoorstel wordt gewijzigd. Als het wetsvoorstel door de Tweede Kamer wordt aangenomen, gaat het naar de Eerste Kamer. De Eerste Kamer mag het wetsvoorstel niet meer wijzigen, maar kan het wetsvoorstel enkel als geheel aannemen of verwerpen. 

Gerelateerde updates