De huidige geschillenregeling vormt in ons rechtsstelsel een ondergeschoven kindje. De regeling, die een verzamelnaam is voor onder meer de uitstotings- en uittredingsprocedure, ziet op het beëindigen van geschillen tussen aandeelhouders met behulp van een door de rechter bevolen overdracht van aandelen. De geschillenregeling zou echter te langzaam werken en de drempel voor toewijzing is te hoog. Hierdoor is meer over de geschillenregeling geschreven dan dat er jurisprudentie over gepubliceerd is. Hoog tijd dus voor een herziening van de geschillenregeling. Op dit moment ligt een wetsvoorstel tot herziening van de geschillenregeling en verduidelijking van de ontvankelijkheidseisen van de enquêteprocedure bij de Tweede Kamer. Deze blog geeft een overzicht van de belangrijkste voorgestelde wetswijzigingen met betrekking tot de geschillenregeling.
Procedurele wijzigingen van de geschillenregeling
De geschillenregeling wordt op dit moment gestart door het uitbrengen van een dagvaarding bij de rechtbank. Vanwege lange doorlooptijden bij de rechtbank is het een langslepende procedure. Aandeelhouders die gebruik zouden kunnen maken van de geschillenregeling, kiezen er daarom vaak voor om in plaats daarvan gebruik te maken van de enquêteprocedure bij de Ondernemingskamer te Amsterdam. De voordelen van de enquêteprocedure zijn de snelheid van de procedure en de mogelijkheid om voorlopige voorzieningen te verzoeken, zoals een tijdelijke overdracht van aandelen ten titel van beheer.
Het wetsvoorstel beoogt van de geschillenregeling een verzoekschriftprocedure te maken. De bevoegde rechter in eerste aanleg wordt dan de Ondernemingskamer te Amsterdam, net als bij de enquêteprocedure. Enkele voordelen van deze voorgestelde wijziging zijn:
- Oproepingsperikelen worden opgelost, doordat de Ondernemingskamer zorgt voor oproeping van belanghebbenden;
- De doorlooptijd verbetert; en
- Voeging met een enquêteprocedure wordt gemakkelijker, doordat het beide verzoekschriftprocedures zijn bij de Ondernemingskamer.
Bijkomend gevolg van deze voorgestelde wijziging is dat er één rechterlijke instantie minder beschikbaar komt voor partijen. Waar nu kan worden geprocedeerd in eerste aanleg, hoger beroep en cassatie, is na de gang naar de Ondernemingskamer alleen nog cassatie mogelijk.
Ook inhoudelijk zal het een en ander wijzingen aan de uitstotings- en uittredingsprocedures.
Wijzigingen in de uitstotingsprocedure
Met de uitstotingsprocedure kunnen houders van minimaal 1/3e van de aandelen in het geplaatste kapitaal van de vennootschap in rechte vorderen dat een andere aandeelhouder zijn aandelen overdraagt. Voorwaarde is dat deze laatste aandeelhouder door zijn gedragingen het belang van de vennootschap zodanig schaadt of heeft geschaad, dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet kan worden geduld. Het probleem van de huidige uitstotingsprocedure is dat bij de beoordeling of aan deze voorwaarde is voldaan, enkel wordt gekeken naar gedragingen in hoedanigheid van aandeelhouder (het “hoedanigheidsvereiste”). Hierdoor kunnen gedragingen van een aandeelhouder die tevens optreedt als concurrent van de vennootschap, of gedragingen die de aandeelhouder als bestuurder heeft verricht, niet in de beoordeling worden meegewogen.