Per 1 oktober 2020 wordt het beslag- en executierecht gewijzigd. De wetswijziging is onderdeel van een pakket aan maatregelen met als doel het terugdringen van het aantal problematische schulden en het effectiever helpen van mensen met schulden. Met de aanpassing van het beslagrecht wordt beoogd het bestaansminimum van burgers beter te beschermen en de kosten van beslag en executie te verminderen. Ook heeft de wetswijziging tot doel te voorkomen dat een beslag puur als pressiemiddel wordt gebruik, waardoor het bestaansminimum in gevaar zou kunnen komen. Tot slot wordt het verouderde beslagrecht gemoderniseerd doordat onder meer het gebruik van internetveilingen mogelijk wordt voor de executie verkoop van roerende zaken. Hieronder worden de belangrijkste onderwerpen van de wetswijziging behandeld.
Beslagvrij bedrag
Op dit moment is het nog zo dat de beslagvrije voet alleen geldt wanneer beslag wordt gelegd op periodieke betalingen als loon onder degene die deze betalingen verricht. Wanneer het loon vervolgens op de bankrekening is gestort en er beslag onder de bankinstelling wordt gelegd, geldt de beslagvrije voet in beginsel niet. Om ervoor te zorgen dat een schuldenaar niet onder het bestaansminimum komt, heeft de wetswijziging tot gevolg dat bij een bankbeslag op een tegoed van een natuurlijk persoon een beperkt bedrag moet worden vrijgelaten. Als gevolg van deze wijziging is het moment waarop het beslag wordt gelegd van groter belang geworden. Schuldeisers zullen vaker direct na loonbetaling door een werkgever of na ontvangst van een uitkering beslag laten leggen op de bankrekening van de schuldenaar. Op die manier wordt de kans groter dat een saldo boven het beslagvrije bedrag op de bankrekening door het beslag wordt getroffen.
Kortere termijn voor derdenverklaring
Wanneer beslag wordt gelegd onder een bank of werkgever, dient deze partij aan de deurwaarder te verklaren welke vorderingen en zaken zijn getroffen door het beslag. Onder het huidige recht heeft de bank of werkgever vier weken de tijd voor deze verklaring. Door de wetswijziging wordt deze termijn verkort naar twee weken. Op verzoek van de schuldenaar kan de termijn worden verlengd naar vier weken. Daarnaast kan de derdenverklaring voortaan digitaal worden afgegeven.
Ook zal het verklaringsformulier worden vereenvoudigd. Op die manier wordt het voor derden die niet vaak met beslagen te maken hebben eenvoudiger om de verklaring af te leggen.
Verder krijgt de deurwaarder de mogelijkheid om voorafgaand aan het leggen van executoriaal beslag onder een bank te vragen of de schuldenaar rekeningen aanhoudt bij een bepaalde bank. Hierdoor hoeven er geen onnodige beslagexploten te worden betekend aan de bank en wordt de administratielast voor banken verminderd.
Modernisering beslagverbod roerende zaken
Het huidige beslagverbod is sterk verouderd en wordt in de nieuwe regeling gemoderniseerd en uitgebreid. Onder de nieuwe regelgeving mag op de niet-bovenmatige inboedel van de schuldenaar geen beslag worden gelegd. De schuldenaar zal daardoor de beschikking blijven behouden over de voorwerpen die over het algemeen aanwezig zijn binnen een huishouden (zoals bedden, een koelkast, tafel, stoelen en een wasmachine). Daarnaast kan geen beslag worden gelegd op zaken die de beslagene (en de tot zijn gezin behorende huisgenoten) redelijkerwijs nodig hebben voor de persoonlijke levensbehoeften en algemene dagelijkse levensbehoeften. Hieronder zullen onder meer vallen: toiletartikelen, een computer, kinderspeelgoed en hulpmiddelen als een rollator.
Geen verhaalsbeslag als dit schuldophogend werkt
Naast het uitbreiden van het beslagverbod, is in de wetswijziging ook een beperking van de beslagmogelijkheden opgenomen indien de verwachting bestaat dat de executie schuldverhogend zal werken. Beslaglegging op roerende zaken is namelijk niet toegestaan als redelijkerwijs voorzienbaar is dat het bedrag dat kan worden opgebracht bij verhaal op de beslagen goederen minder bedraagt dan de kosten van het beslag en de daarop volgende executie. De vordering op de schuldenaar zal dan door de executie van de roerende zaak niet afnemen, waardoor het beslag geen verhaalsfunctie heeft. Het gebruik van beslaglegging als pressiemiddel om zo een betalingsregeling te bewerkstelligen, brengt volgens de wetgever het risico met zich mee dat de schuldenaar onder het bestaansminimum komt of andere schulden aangaat die ook niet kunnen worden voldaan.
Op het voorgaande uitgangspunt bestaat een uitzondering. Wanneer de schuldeiser aannemelijk kan maken dat de schuldenaar door het beslag en de executie niet op onevenredig zware wijze in zijn belangen wordt getroffen, is het beslag gerechtvaardigd.
Administratief beslag op motorrijtuigen
De aanpassing van de wet maakt het mogelijk om administratief beslag te leggen op motorrijtuigen en aanhangwagens. Het voordeel hiervan is dat de deurwaarder het voertuig niet hoeft te zien om beslag te kunnen leggen. Het leggen van beslag kan gebaseerd worden op het kentekenregister. De inschrijving van het beslag leidt tot een tenaamstellingsblokkade, waardoor het voertuig niet kan worden overgeschreven. Dit maakt dat het leggen van beslag sneller en goedkoper kan worden. Het beperken van de kosten van de beslaglegging is in het belang van zowel schuldeiser als schuldenaar en sluit daarmee aan bij kabinetsbeleid tot het bestrijden van de schuldenproblematiek.
Gebruik internet bij executie verkoop
In de wetswijziging is opgenomen dat roerende zaken – net als op dit moment reeds het geval is bij executoriale verkoop van onroerende zaken – voortaan op een online executieveiling kunnen worden verkocht. De website waarop de roerende zaken te koop worden aangeboden, dient kosteloos en zonder registratievereisten toegankelijk te zijn voor iedereen. Wel is het mogelijk om (registratie)eisen te stellen aan de mogelijkheid om deel te nemen aan de veiling door middel van biedingen.
Verder wordt het vereiste van aankondiging van de verkoop in een dagblad en door het aanslaan van biljetten vervangen door een aankondiging via een algemeen toegankelijke website. Dit vergroot het publiek dat met de aankondiging wordt bereikt.
Inwerkingtreding
De wijzigingen in het beslag- en executierecht worden per 1 oktober 2020 ingevoerd. De bepalingen over het beslagvrij bedrag, het administratief beslag op motorrijtuigen en de mogelijkheid voor de deurwaarder om bij een bank informatie op te vragen voorafgaand aan de beslaglegging, treden in werking per 1 januari 2021.
Meer informatie is te vinden op de website van de Tweede Kamer.
27 juli 2020