Geen uitbreiding bestuurdersaansprakelijkheid via groepsaansprakelijkheid

Aangemaakt: 13 februari 2024

Geen uitbreiding bestuurdersaansprakelijkheid via groepsaansprakelijkheid

Twee echtgenoten zijn (oud-)bestuurders van de vennootschap Scandica. De man heeft de bankrekening van de door hen bestuurde vennootschap gebruikt om geld uit Scandica weg te sluizen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de man als bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt treft en aansprakelijk is jegens Scandica voor een bedrag van ca. 800.000 EUR. Zijn vrouw is slechts aan te spreken voor zover zij persoonlijk ongerechtvaardigd is verrijkt door het onrechtmatige handelen van haar man. Het hoger beroep beperkt zich tot de positie van de vrouw. 

Scandica voert in (incidenteel) hoger beroep aan dat de vrouw uit hoofde van groepsaansprakelijkheid (art. 6:166 BW) naast de man hoofdelijk aansprakelijk is voor de door Scandica geleden schade. Zodoende poogt Scandica de bestuurdersaansprakelijkheid van de man uit te breiden naar de vrouw.

Het hof oordeelt als volgt. Indien één persoon van tot een groep behorende personen onrechtmatig schade toebrengt en de kans op het aldus toebrengen van schade deze personen had behoren te weerhouden van hun gedragingen in groepsverband, zijn zij hoofdelijk aansprakelijk indien deze gedragingen hun kunnen worden toegerekend.

De rechtbank heeft in eerste aanleg geoordeeld dat het enkele gebruik van een bankrekening op naam van de vrouw door de man, onvoldoende is om de vrouw medeaansprakelijk te achten. In hoger beroep heeft Scandica evenmin duidelijk gemaakt dat de vrouw zodanige wetenschap had van de (onrechtmatige) overboekingen, dat zij niet had mogen toestaan dat de man de bankrekening gebruikte. Die wetenschap is ook onvoldoende aangetoond ten aanzien van de betalingen die zijn verricht voor de verbouwing van mede in haar eigendom behorende woningen en de bekostiging van een luxueuze levensstijl. 

Scandica heeft dus in hoger beroep de gestelde bijdrage van de vrouw aan het onrechtmatig handelen van de man onvoldoende geconcretiseerd en heeft evenmin duidelijk gemaakt wat zij had moeten nalaten om de kans op het toebrengen van schade te verminderen. Zodoende kan niet worden aangenomen dat de vrouw uit hoofde van groepsaansprakelijkheid (art. 6:166 BW) hoofdelijk aansprakelijk is voor de schade die door Scandica is geleden. De bestuurdersaansprakelijkheid van de man wordt dus in dit geval niet via groepsaansprakelijkheid uitgebreid naar de vrouw.

Betrokken(en)

Gerelateerde updates