Toetsing door de rechter bij de werkers van Temper
De recente uitspraak van de Rechtbank Amsterdam over Temper (ECLI:NL:RBAMS:2024:3987) heeft voor veel reuring gezorgd in de wereld van de flexibele arbeid. In deze uitspraak oordeelde de rechtbank dat er geen sprake is van een uitzendovereenkomst tussen platform Temper en de werkers die via Temper werken. Temper heeft geuit blij te zijn met deze uitspraak, terwijl FNV en CNV dit een onbegrijpelijke uitspraak vinden en al hebben aangekondigd in hoger beroep te gaan.
In deze blog bespreek ik deze uitspraak, maar eerst zal ik ingaan op de vraag wat een uitzendovereenkomst is.
Wat is een uitzendovereenkomst?
De uitzendovereenkomst is een bijzondere vorm van een arbeidsovereenkomst. Dit betekent dat er moet zijn voldaan aan de algemene vereisten van een arbeidsovereenkomst, zijnde arbeid, gedurende een zekere tijd, tegen loon en gezag van de werkgever. Daarnaast moet zijn voldaan aan de specifieke kenmerken van een uitzendovereenkomst.
Een belangrijk kenmerk van de uitzendovereenkomst is de driehoeksrelatie tussen de inlener, de uitzendkracht en het uitzendbureau. De uitzendkracht staat in dienst van het uitzendbureau, maar voert de werkzaamheden uit onder leiding en toezicht van de inlener.
Dit ziet er als volgt uit: De arbeid wordt verricht in de organisatie van de inlener, onder materieel werkgeversgezag van de inlener, maar met een element van formeel werkgeversgezag bij het uitzendbureau. Het loon wordt betaald door het uitzendbureau, die op zijn beurt veelal een vergoeding van de inlener ontvangt in het kader van de door de inlener verstrekte opdracht. Het werk moet, ook bij een uitzendovereenkomst, nog wel steeds persoonlijk door de werknemer worden verricht, maar de duur en ook de aard van de werkzaamheden kan sterk verschillen.
Visueel ziet dit er als volgt uit:
Temper en haar werkers: is sprake van een uitzendovereenkomst?
Aan Rechtbank Amsterdam werd de vraag voorgelegd of er tussen Temper en haar werkers een uitzendovereenkomst bestond of een overeenkomst van opdracht. Omdat de uitzendovereenkomst een bijzondere arbeidsovereenkomst is, betrok de rechtbank de gezichtspunten die de Hoge Raad heeft geformuleerd in het Deliveroo-arrest bij de vraag of sprake was van een uitzendovereenkomst. Deze gezichtspunten werden bezien in het kader van de driehoeksrelatie.
De Rechtbank Amsterdam oordeelde dat aan de essentiƫle elementen van de uitzendovereenkomst niet werd voldaan door de werkers van Temper. Zo was er geen sprake van formeel werkgeversgezag, omdat de werkzaamheden en werktijden geheel worden bepaald door de opdrachtgevers en ontbraken andere concrete omstandigheden die duiden op formeel werkgeversgezag. Daarnaast betaalde niet Temper het loon aan de werkers, maar de opdrachtgevers. Hierdoor werd in de relatie tussen Temper en de werkers aan het element loon geheel niet voldaan. Ook was nauwelijks sprake van een verplichting voor de werkers om de arbeid persoonlijk te verrichten, nu de werkers de klussen kunnen annuleren of gebruik kunnen maken van een vervangingsclausule.
Rechtbank Amsterdam concludeerde dan ook dat er geen sprake was van een uitzendovereenkomst tussen Temper en de werkers die via Temper werken.
Voor de toekomst
Wij verwachten nog verschillende uitspraken over de kwalificatie van de arbeidsovereenkomst. Dit in combinatie met het opheffen van het handhavingsmoratorium van de Belastingdienst per 1 januari 2025 en het Wetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden maakt dat er nog veel staat te gebeuren op het gebied van kwalificatie van de arbeidsovereenkomst. Uiteraard houden wij u op de hoogte van deze ontwikkelingen.
Wilt u hier meer over weten of heeft u vragen over het werken met uitzendkrachten? Neem dan contact met mij op.