Bescherming van OR-leden: een recente uitspraak

Aangemaakt: 26 februari 2024

Bescherming van OR-leden: een recente uitspraak

Het is bij de meeste werkgevers en OR-leden bekend dat kandidaat-leden en (oud-)leden van een medezeggenschapsorgaan ontslagbescherming genieten. Voor hen geldt namelijk een opzegverbod.

Minder bekend is dat leden van een medezeggenschapsorgaan ook niet mogen worden benadeeld in hun positie in de onderneming vanwege dit lidmaatschap (artikel 21 WOR). Het doel hiervan is dat de leden van een medezeggenschapsorgaan onafhankelijk van de ondernemer kunnen optreden. Deze ondernemer heeft de verplichting om ervoor te zorgen dat er geen benadeling plaatsvindt.

Bij benadeling kan worden gedacht aan een slechte beoordeling in verband met afwezigheid door ondernemingsraadwerk, een officiële waarschuwing of het passeren voor een redelijkerwijze te verwachten promotie. Recent heeft de rechtbank Rotterdam een uitspraak gewezen waarin een mogelijke financiële hindernis voor het lidmaatschap van de OR centraal stond.  

Waar ging deze zaak over? 
In deze zaak werd de pauzeregeling voor de nachtdiensten aangepast. Vanwege deze wijziging werd aan werknemers die nachtdiensten draaiden een compensatie toegekend, bestaande uit een eenmalige uitkering van EUR 1.250 voor het jaar 2023. Vanaf 2024 zouden deze werknemers twee extra verlofuren per jaar krijgen. Deze compensatie werd echter niet aan de OR-leden toegekend, omdat zij geen nachtdiensten draaiden. Zij draaiden echter geen nachtdiensten omdat zij vanwege hun werkzaamheden voor de OR volledig waren vrijgesteld van hun reguliere werkzaamheden en rooster. Bovendien had de werkgever hen verzocht hun werkzaamheden voor de OR tijdens de dagdienst te verrichten

Financiële aspecten kunnen ervoor zorgen dat het OR-lidmaatschap minder aantrekkelijk wordt en dat OR-leden worden benadeeld

De rechter oordeelde dat door het niet toekennen van de compensatie aan OR-leden sprake was van benadeling. Daarbij overwoog de rechter dat als de OR-leden geen aanspraak kunnen maken op de compensatie dit een financiële belemmering kan vormen om het lidmaatschap van de OR voort te zetten of om lid te worden van de OR. Oftewel, het lidmaatschap van de OR zou hiermee minder aantrekkelijk zijn en dat is juist wat op grond van artikel 21 WOR dient te worden voorkomen.

De werkgever stelde zich nog op het standpunt dat de OR-leden juist bevoorrecht zouden worden als de compensatie werd toegekend. Immers draaiden de OR-leden geen nachtdiensten en ervaren zij daardoor geen ongemak hiervan. Hier ging de kantonrechter niet in mee. De werkgever had namelijk wél een regeling getroffen voor werknemers die vanwege medische redenen of deelname aan het ouderenbeleid geen nachtdiensten verrichten. Daarom viel – volgens de kantonrechter – niet in te zien waarom voor vrijgestelde leden van de OR geen uitzondering zou kunnen worden gemaakt.

Wat betekent dit voor de praktijk? 
Kortom, financiële aspecten kunnen ervoor zorgen dat het OR-lidmaatschap minder aantrekkelijk wordt en dat OR-leden worden benadeeld. Het is belangrijk dat werkgevers zich hiervan bewust zijn bij de wijziging van arbeidsvoorwaarden. Check ook of een wijziging consequenties heeft voor eventuele OR-leden.

Heb je hier vragen over? Neem dan contact op met een van onze arbeidsrechtadvocaten.

Uitspraken
Rechtbank Rotterdam 8 december 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:11805

Meer weten over de arbeidsrecht?

Meer weten over de arbeidsrecht?

Gerelateerde updates