Het is bij de meeste werkgevers en OR-leden bekend dat kandidaat-leden en (oud-)leden van een medezeggenschapsorgaan ontslagbescherming genieten. Voor hen geldt namelijk een opzegverbod.
Minder bekend is dat leden van een medezeggenschapsorgaan ook niet mogen worden benadeeld in hun positie in de onderneming vanwege dit lidmaatschap (artikel 21 WOR). Het doel hiervan is dat de leden van een medezeggenschapsorgaan onafhankelijk van de ondernemer kunnen optreden. Deze ondernemer heeft de verplichting om ervoor te zorgen dat er geen benadeling plaatsvindt.
Bij benadeling kan worden gedacht aan een slechte beoordeling in verband met afwezigheid door ondernemingsraadwerk, een officiële waarschuwing of het passeren voor een redelijkerwijze te verwachten promotie. Recent heeft de rechtbank Rotterdam een uitspraak gewezen waarin een mogelijke financiële hindernis voor het lidmaatschap van de OR centraal stond.
Waar ging deze zaak over?
In deze zaak werd de pauzeregeling voor de nachtdiensten aangepast. Vanwege deze wijziging werd aan werknemers die nachtdiensten draaiden een compensatie toegekend, bestaande uit een eenmalige uitkering van EUR 1.250 voor het jaar 2023. Vanaf 2024 zouden deze werknemers twee extra verlofuren per jaar krijgen. Deze compensatie werd echter niet aan de OR-leden toegekend, omdat zij geen nachtdiensten draaiden. Zij draaiden echter geen nachtdiensten omdat zij vanwege hun werkzaamheden voor de OR volledig waren vrijgesteld van hun reguliere werkzaamheden en rooster. Bovendien had de werkgever hen verzocht hun werkzaamheden voor de OR tijdens de dagdienst te verrichten